Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De wateren zagen U, o God! de wateren zagen U, zij [27]beefden; ook waren de afgronden beroerd. 27. Of, werden bang; als een die in barensnood is; wegvliedende als van angst en bangheid, om Israel den pas te openen door de Rode zee. Verg. hfdst.114 vs.3,5.